Daar zat ik dan… om 7.00 uur ’s morgens met mijn backpack op het strand van Panglao (Filipijnen). Dit was al de tweede keer dat onze boot naar het eiland Siquijor niet kwam opdagen. Zo frustrerend! Vooral omdat ik het niet meer gewend was om mijn wekker zo vroeg te zetten 😉 . En de kapitein waar we een deal mee hadden gesloten, lag waarschijnlijk nog lekker te ronken. Er zijn vervelendere plekken om ongepland een dag langer te blijven maar omdat we al uitgecheckt hadden moesten we eerst weer op zoek naar een slaapplek. Gedoe… Maar de volgende dag was het eindelijk zo ver. Weliswaar 1,5 uur te laat maar we gingen naar Siquijor!

Op de boot had ik al zo’n geluksmomentje. Ken je dat? Het gevoel dat je krijgt wanneer je om je heen kijkt en denkt; damnnn waar heb ik dit aan verdiend? Het leek wel alsof ik in Expeditie Robinson was beland maar dan mét lekker eten en zónder zware proeven. Het water was helder, de zon brandde en het uitzicht was adembenemend.

Pech onderweg
Af en toe werd ik even uit dat geluksmomentje getrokken door een benzinelucht en het geluid van een stotterende motor. Hoe leuk de boot er ook uit zag, hij had duidelijk z’n beste tijd gehad. Toen we ongeveer halverwege waren (en het dichtstbijzijnde eiland niet meer was dan een vage stip) viel de motor helemaal uit. Whoops! Onze medepassagiers, een Frans stel, keken uit hun ogen alsof ze de hele nacht ruzie hadden gehad en de kapitein sprak nauwelijks Engels. Gelukkig waren zijn technische vaardigheden beter en wist hij zijn boot vlot weer aan de praat te krijgen.

Daar sta je dan
Na een klein uur varen naderden we de kust van het eiland Siquijor. Een verlaten strand waar in de verste verte niemand te bekennen was. De boot kon niet tot het strand komen dus werden we met onze backpacks in het water gedropt. Samen met onze ‘gezellige’ Franse vrienden liepen we via een smal paadje naar de dichtstbijzijnde weg. Daar stond één tuktuk en weg waren onze Franse vrienden. Vervolgens hebben wij nog een uur langs de weg staan wachten op een tuktuk, taxi of whatever. We wilden naar San Juan en dit lag precies aan de andere kant van het eiland.

Achteraf
Toen ik eenmaal ‘geland’ was moest ik erg lachen om deze trip. Zowel mijn geduld als mijn vertrouwen werd op de proef gesteld maar ik bleef eigenlijk heel relax. Ondanks de extreme vertraging, de boot die er ineens mee ophield en het feit dat we nergens een taxi/tuktuk konden vinden, genoot ik van elk moment. Wat heeft het voor zin om je druk te maken? En wat is nou het ergste wat je kan overkomen? It’s all about… vertrouwen! En naast het feit dat we met deze boot veel sneller waren dan de ferry, was het ook een adembenemend mooie trip. Siquijor was het zo ontzettend waard; daarover vertel ik in een volgende blog meer.

Mijn conclusie
En wat betreft de titel: ik denk dat de reis en de bestemming even belangrijk zijn. Ik vind het heerlijk om onderweg te zijn. Vooral tijdens het backpacken, wanneer mijn hele leven in één overzichtelijke rugzak verpakt is. Soms moet ik mezelf er wel bewust aan herinneren om daar van te genieten in plaats van me teveel te focussen op mijn volgende bestemming. Maar zonder bestemming verliest de reis zijn waarde.

Hoe denk jij hier over? Geniet jij van het ‘onderweg zijn’ of ben je altijd met ‘de bestemming’ bezig? Ik ben benieuwd!

PS: terug hebben we de grote ferry genomen. Gewoon net als de andere mensen. Maar in tegenstelling tot de heenweg kan ik me hier weinig van herinneren. Daarom hou ik er zo van… rechts gaan waar de massa links gaat.

Deel deze blog op: